Juridische Barometer | Update 2024
Trends Werk & Inkomen
Aantal zaken over Werk & Inkomen steeg met ruim 8%
Waar we in het eerste half jaar van 2023 nog 13.014 hulpvragen ontvingen, zijn dat er in de eerste helft van 2024 14.073. Binnen deze stijging zien we vooral hulpvragen over ziekte en re-integratie, reorganisatie, loonvordering, ontslagname en disfunctioneren.
In de eerste helft van 2024 ontvingen we binnen Werk & Inkomen de meeste hulpvragen (2.779) over ziekte en re-integratie.
Bij deze zaken helpen wij vooral werknemers met onderwerpen als doorbetaling van het loon tijdens ziekte, het oneens zijn met de bedrijfsarts en problemen en discussies met de werkgever over het re-integratietraject. Ziekte-uitval wordt nog steeds regelmatig veroorzaakt door een te hoge werkdruk (te weinig personeel voor het werk door de krappe arbeidsmarkt).
Veel hulpvragen over reorganisatie door onder meer stijgende prijzen
Ook over reorganisatie kregen we in de eerste helft van 2024 veel hulpvragen (1.713). Dit is mede te verklaren door de stijgende prijzen van de afgelopen periode. De huur van bedrijfspanden, energiekosten en vooral ook de loonkosten voor werkgevers zijn gestegen. De omzet steeg niet altijd even hard mee.
Daarnaast hebben consumenten in het afgelopen jaar minder uitgegeven mede door de hoge inflatie. Op die manier ontstaat een financieel ongezonde situatie en moeten bedrijven bezuinigen, met een mogelijke reorganisatie tot gevolg. Dat de hulpvragen over reorganisaties zijn gestegen, past ook bij het aantal reorganisaties dat het UWV ziet.
Hulpvragen over loonvordering heel divers
Ook over loonvordering ontvingen we in de eerste helft van 2024 veel hulpvragen (1.168). Naast een vordering om het loon gaat het bij deze vragen bijvoorbeeld ook om toeslagen, bonussen, transitievergoedingen of aanzegvergoedingen.
Ook de achtergrond van loonvorderingen is divers. Het kan bijvoorbeeld gaan om een werkgever die in financiële problemen zit of om een discussie of een werknemer recht heeft op bepaalde looncomponenten.
Nog steeds veel hulpvragen over ontslagname
Hulpvragen over ontslagname, 948 in de eerste helft van 2024, zijn nog steeds te verklaren door de krappe arbeidsmarkt. Als werknemers niet meer op hun plek zitten dan zijn ze nog steeds snel geneigd op zoek te gaan naar een nieuwe baan.
Daardoor ontvingen wij ook in de eerste helft van 2024 weer veel vragen ontvangen over ontslagname.
Krappe arbeidsmarkt zorgt voor hulpvragen over disfunctioneren
We zien in onze praktijk ook een fors aantal zaken over disfunctioneren: we ontvingen 874 hulpvragen in de eerste helft van 2024). Dit wordt mogelijk veroorzaakt door de krappe arbeidsmarkt, waardoor het voor werkgevers lastig is om goed functionerend en gekwalificeerd personeel te krijgen. Hierdoor nemen werkgevers soms genoegen met minder goed gekwalificeerd personeel in de hoop deze werknemers zelf goed op te kunnen leiden.
Regelmatig blijkt dan na verloop van tijd dat sommige werknemers helaas niet voldoen aan de verwachtingen. Ook niet op de langere termijn na investeringen vanuit de werkgever. Zij worden dan aangesproken op het (dis)functioneren.
Veel vragen over concurrentiebeding
Op onze website wordt opvallend veel gezocht op de zoekterm ‘concurrentiebeding’. Ook dit houdt verband met de krappe arbeidsmarkt. Als een werknemer met een concurrentiebeding wil overstappen naar een andere werkgever, dan is het raadzaam om voorzichtig te werk te gaan en zich goed te laten informeren. Daarnaast is er media-aandacht geweest voor de plannen van het kabinet om het concurrentiebeding te hervormen. Hiervoor is het wetsvoorstel ‘Modernisering van het concurrentiebeding’. Dit wetsvoorstel houdt in het kort in:
- Een concurrentiebeding kan maximaal 1 jaar effect hebben na het einde van de arbeidsovereenkomst.
- Het gebied waarin de werknemer niet mag werken vanwege het concurrentiebeding moet worden vermeld.
- Het zwaarwegende bedrijfs-of dienstbelang voor een concurrentiebeding moet worden gemotiveerd voor alle arbeidsovereenkomsten (dus niet alleen voor tijdelijke arbeidsovereenkomsten, zoals nu het geval is).
- Een werkgever moet de werknemer een vergoeding betalen wanneer een beroep op het concurrentiebeding wordt gedaan.
- De vergoeding bedraagt 50% van het laatstverdiende maandloon, voor elke maand dat het concurrentiebeding wordt ingeroepen. Wordt het beding bijvoorbeeld voor 6 maanden ingeroepen, dan heeft de werknemer recht op een vergoeding van 3 maanden loon.